Les & SPelen

Instrumenten en spelen

Instrumenten

Veel bladmuziek is via internet te vinden op website’s met publicaties uit het zogenaamde publieke domein. De rechten op zowel de compositie als de uitgave zijn daarvan allang verstreken. De Bach-cellosuites zijn daarvan slechts één voorbeeld. Deze muziek is bij velen geliefd om zelf te spelen op fagot.

Bekijk hieronder een aantal bronnen voor bladmuziek en anders zoek met je eigen favoriete zoekmachine op “fagotmuziek” en “bassoon music”.

Ontwerp Zonder Titel 25

Italiaans: fagotto
Frans: basson
Duits: Fagott
Engels: bassoon

Bereik

In hedendaagse muziek komt de g2 al voor.

De oudste feiten

  • De oorsprong ligt in Italië rond 1540; toegevoegd als laagste van de dubbelrietbladinstrumenten, onder de naam dulciaan.
    Een Franse bron uit 1516 meldt de verkoop van een fagot (‘uno faghotto da sonare cum le chive d’argento’) in dat jaar. Een andere bron meldt de ontwikkeling uit tijdens de 17e eeuw uit de curtal.
  • Begin 17e eeuw komt de fagot voor het eerst in een orkest voor.
  • Het is niet duidelijk wanneer het eerste soloconcert voor fagot is gecomponeerd. Vivaldi heeft 38 fagotconcerten geschreven. Hij is in 1741 overleden. Het opus 26 van Boismortier dateert van 1730.
  • Eind 17e eeuw krijgt de fagot voor het eerst een zelfstandige partij in een symfonie. Tot dan hebben de componisten de fagot gezien als een deel van het vaste continuo.
  • Johann Ernst Galliard heeft een sonate geschreven voor 24 fagotten en 4 contrafagotten. Het werd uitgevoerd in het Lincoln’s Inn Fields Theatre in Londen in 1745.

CONTRA FAGOT BLADMUZIEK

 

Michael Burns

Titel: Blues for Contra, voor contrafagotsolo met optioneel een high-hat
Uitgave: Trevco Music, Postbus 4, Tallevast, FL 34270, USA, www.trevcomusic.com

Blues for Contra is een prachtige aanvulling op het repertoire voor contrafagot. Burns bewerkte zijn Blues for Tuba (1998). In januari 2006 beleefde de versie voor contra zijn première.
Het werk heeft meteen een pakkende melodie. Het publiek gaat onwillekeurig het grondritme met de vingers mee knippen.
Het stuk is voor bedreven contrafagottisten goed te spelen. Het duurt ongeveer zes minuten. De omvang is iets meer dan drie octaven, van lage bes tot hoge b.
De toegevoegde partij voor high-hat is optioneel. Mogelijk kan de ritmebegeleiding worden uitgebreid met drums en of contrabas.

Rocco Havelaar (1972)

Titel: Some Long Breath Could Softly Bring the Fool in Me to Peace
Uitgave: Rocco Havelaar, telefoon + 31 (0) 20 622 77 36

Het nog geen 10 minuten durende werk voor contrafagot solo heeft twee delen. Havelaar studeerde aan het Rotterdamse conservatorium bij Klaas de Vries. De stijl is conservatief atonaal of uitgebreid tonaal, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt. Het werk verkent de expressieve en de technische mogelijkheden van de contrafagot.

Erwin Schulhoff


Titel: Bassnachtigall
Uitgave: Schott
Verkoop: (o.a.) www.stretta.de

Drie voordrachtstukken voor contrafagot.

In 1846 patenteerde Adolphe Sax zijn groep van zeven, verschillende maten
saxofoons. Daarmee inspireerde hij Sarrus, bandleider van het Franse 13e
regiment ordetroepen, tot het laten maken van een soortgelijke familie
metalen dubbelrietinstrumenten. Sarrus’ idee was, dat een groep van zes
van deze instrumenten de hobo’s en fagotten kon vervangen. Daarbij dacht
hij vooral aan militaire bands. De Parijse bouwer P.L.Gautrot noemde deze
instrumenten sarrusophones. Hij patenteerde het ontwerp in 1856.

De wens van Sarrus werd echter niet helemaal vervuld. Alleen de contrabas in Es en een
later speciaal voor orkestgebruik gebouwde contrabas in C hebben het overleefd.

  

Muziek

Het orkestmodel in C heeft een omvang van twee octaven en een kwint met als
laagste noot: de contra Bes. Saint-Saëns was de eerste componist die er in
zijn Les Noces de Prométhée voor schreef (1867). Later in 1879 liet hij er
voor eigen rekening één bouwen om te gebruiken voor zijn Etienne Marcel
bij uitvoeringen in Lyon en Parijs. Helaas wordt de Sarrusophone niet
altijd in zijn partijen genoemd. Waarschijnlijk door zijn zeldzaamheid.

Pers

Massenet was de volgende die het instrument gebruikte: in Esclarmonde (1889).

Gautrot bouwde vervolgens op verzoek van Jancourt, bandleider van de Nationale
Garde (1867-1870) de contrabas-sarrusophone in Es. Dit instrument werd
eerst bespeeld door Coyon – die er zelfs een grepentabel voor schreef – en
later door Eugène Bourdeau, de eerste fagottist van de Opéra Comique.

In 1889 probeerden Couesnon en Cie, de opvolgers van Gautrot, de populariteit van
de sarrusphone te vergroten. De muzikale pers bleef echter controversieel
over de voor- en nadelen.

Militaire orkesten

Het instrument heeft een wijde boring en grote toongaten wat een groot, maar
niet erg verfijnd geluid geeft. Hoewel waardevol in militaire orkesten
wordt de sarrusophone niet veel in symfonieorkesten gebruikt, omdat er
nauwelijks voor geschreven is. Wie er wel voor schreven, waren Maurice
Ravel in zijn Rapsodie Espagnol (1907), Frederick Delius in de Dance
Rapsody (1908) en zijn Eventry (1917) en Holbrook in zijn Apollo and the
Seaman (1908).

Saxgrepen

Vreemd genoeg wordt de sarrusophone in Amerika veel meer gebruikt. De firma Conn heeft
in opdracht van het leger meerdere instrumenten gebouwd voor gebruik in
militaire bands. Het feit dat de grepen voor een groot deel overeen komen
met die van de saxofoon heeft daar waarschijnlijk veel mee te maken.

Al met al blijft het moeilijk om een nieuw instrument het orkest in te krijgen. Een
componist schrijft niet voor een instrument dat niet gespeeld wordt. Een
speler is niet geïnteresseerd in een instrument dat niet verlangd wordt.

Spelen

Hier vind je praktische informatie en inspiratie voor iedereen die zich verder wil verdiepen in het spelen van de fagot. Van handige vingerzettingstabellen en intonatie oefeningen tot inzichten over ontspannen spelen en vernieuwende benaderingen zoals Windology. De onderstaande onderdelen bieden verdieping, achtergrond en direct toepasbare tips voor spelers van ieder niveau.

Ontwerp Zonder Titel 11

(ook voor contrafagot en basson)
Woodwind voor het Heckel-systeem

In “The Double Reed” jaargang 2002, nr. 25-4 verscheen een
artikel met intonatie-oefeningen voor blazers met gebruik van een stemapparaat.
Het volledige, Engelstalige artikel beslaat zes A4-tjes en is daarom te lang
voor een website. Hier kun je hem, in PDF-formaat,

downloaden

Een cursus Spelen zonder Spanning is uniek in de
wereld. Het bespelen van de fagot geeft op allerlei plaatsen spanning in je
lijf. Maarten Vonk is al jaren bezig het fagotspelen te vergemakkelijken met
behulp van de alom bekende beensteun, zijn door hem ontwikkelde The Vonk, de
nieuw ontwikkelde stoel voor musici de Comfortsit ® of het wigkussen.

Steeds weer komen de klachten naar boven: pijn in de
linkeronderarm, pijn in de schouders, stijve nek en hoofdpijn. En dat
wordt veroorzaakt door de belasting die het fagotspelen met zich
meebrengt. Het ophangoog is bovenaan het onderstuk gemonteerd, waardoor
het gewicht niet goed is verdeeld. De fagot is daardoor topzwaar.

Waardoor ontstaan deze klachten in nek, schouders, armen en rug? Wat kun
je eraan doen en hoe kun je ermee leren leven.

Sommige docenten zeggen dat staand spelen beter is voor de ademhaling.
Persoonlijk vind ik dat het niet uitmaakt, want je kunt ook verkeerd staan
en wel goed zitten. Daarom worden beide manieren van spelen behandeld.

Klachten

Nek en hoofdpijn

Bij gebruik van een ouderwets bandje om de nek komt het totale gewicht van de
fagot aan de nek te hangen. Gebruikte men vroeger een smaller bandje,
tegenwoordig zijn er gelukkig mooie brede en zachte banden voorhanden,
maar door het gewicht zal de nek toch naar voren worden getrokken. De
nekwervels maken een knik die de spieren belast en de bloedsomloop
verstoord.

Armen en schouders

Het gewicht rust voor een groot deel op de linkerarm. De
binnenkant van de onderarm heeft daardoor veel te verduren. Het gevoel is
te vergelijken met een muisarm. Omdat dit geen prettig gevoel is, wordt
dit gecompenseerd door de bovenarm en daarmee ook de aanhechting van het
schouderblad in de nek aan te spannen. De linkerarm en schouder gaan wat
naar voren om het gewicht te helpen opvangen. De rechterarm gaat bij het
spelen naar achteren. De schouder draait mee. Het resultaat is een
verdraaide schouderpartij ten opzichte van de wervelkolom. De nek zet zich
vast, je krijgt langzamerhand last van een stijve nek en het spelen begint
onaangenaam te worden.

Hulpmiddelen bij staand spelen

Nekband

Zoals hierboven al staat, is de normale nekband geen optie meer. De brede
leren nekband Yuk van BG geeft geen problemen omdat deze meer op de
schouders ligt.

Tuigje

Sommigen vinden een band over één schouder prettig, anderen zweren bij het
zogenaamde tuigje. Het tuigje bestaat uit kruisbanden die over de
schouders vallen en de nek geheel vrijlaten. Het gewicht van het
instrument belast niet meer de nek, maar hangt aan de totale tors waarbij
het topzware gewicht wel op de linkerarm blijft drukken.

Balanshanger

Een mogelijkheid om dit op te lossen is de balanshanger. De balanshanger wordt
als een verlengstuk aan het ophangoog bevestigd, zodat het balanspunt meer
in het midden van de fagot komt. De druk op de linkerhand neemt daardoor
af. Enig gewicht is wel nodig omdat de fagot naar boven komt zodra je de
linkerduim niet gebruikt.

Nadelen

Nu zou je zeggen dat de combinatie van tuigje en balanshanger perfect is.
Voor het grootste deel is dat ook zo, maar daarbij kunnen zich weer andere
problemen voordoen. Het aangrijpingspunt van de fagot wordt hoger en
daarmee komt ook de fagot hoger te hangen. De rechterarm en schouder gaan
naar achteren. Dus wordt de schouderpartij nog steeds verdraaid. Tevens
verandert de hoek waarmee het es in de mond komt. Het riet zal meer van
onderen, dus schuin naar boven in de mond steken, waar je aan moet wennen.
Om de stand te veranderen kan ik het es iets verbuigen. Dat zou ik maar
niet zelf doen! Essen zijn behoorlijk kwetsbaar en, niet te vergeten,
nogal prijzig.

Vrouwonvriendelijk

Een ander mogelijk probleem is de vrouwonvriendelijkheid van bovengenoemde
hulpmiddelen. Veel vrouwen ervaren het tuigje als vervelend omdat deze de
borsten plat drukken. De combinatie met een balanshanger wordt nog
lastiger omdat het aangrijpingspunt van de fagot dan bijna tussen de
borsten valt. Er zijn veel vrouwen die zo spelen, het kan ook prima, maar
je moet wat verschillende tuigjes proberen voordat het aangenaam, of in
elk geval niet onaangenaam, aanvoelt.

Hulpmiddelen bij zittend spelen

Als je bij het zitten een nekband of tuigje gebruikt, blijft het bovenstaande
natuurlijk gelden. Bij zittend spelen zijn er echter meer mogelijkheden.

Zitband

Ten eerste is natuurlijk de zitband, waarbij een band door middel van een
haakje onderaan de fagot wordt bevestigd. Het gewicht van de fagot trekt
niet meer aan je lijf. Dat zou je zeggen, maar doordat de fagot schuin
wordt gehouden, hangt wederom veel gewicht op de linkerarm. Omdat te
compenseren kun je het rechterbeen iets naar buiten draaien. Maar daardoor
draait het bovenlijf mee en dat is nou net niet de bedoeling.

Beensteun

Tweede mogelijkheid is al sinds eind jaren zeventig de beensteun. Het prototype
kwam bij Brian Pollard vandaan. Een latere budgetuitvoering werd
ontwikkeld door Henk de Wit. Weer later waren anderen die met wisselend
succes voort borduurden op ditzelfde gegeven. Het gebruik van de beensteun
zorgt ervoor dat het totale gewicht van de fagot wordt afgeleid van het
bovenlijf. Geen problemen meer met rug, nek en schouders. Het
beensteunsysteem bestaat uit een blokje dat met een stalen band aan het
onderstuk van de fagot wordt bevestigd. Via een pen en plaat op het
rechter bovenbeen wordt het gewicht van je lijf gehaald en de balans is
uitstekend verdeeld. De beenplaat is gevoerd met een zacht materiaal zodat
het geen drukplekken geeft. Aangezien er geen bloedvaten op de bovenkant
van het been lopen is afknellen onmogelijk. Soms kan er wel een soort
slapend gevoel optreden als je lang speelt. Dat is echter zeer tijdelijk.

De pen en plaat zijn apart instelbaar, zodat de hoogte en de hoek van de
beenplaat altijd aan de lengte en voorkeuren van de gebruiker zelf zijn
aan te passen.

The Vonk

The Vonk is een standaard die Maarten Vonk zo heeft ontwikkeld dat er zelfs geen
druk op het been ontstaat. De gedachte hierachter is dat als je geen
gewicht aan je lijf wilt, de kracht dus op een andere manier moet worden
afgeleid. De ingenieurs en technici die hem geholpen hebben bij zijn
zoektocht, denken niet in fagotten maar in krachtenlijnen. Via
ingewikkelde berekeningen op gebied van draagarmen, steunpoten, rubberen
dempers en profielen zijn zij gezamenlijk tot het resultaat gekomen
waarover al enkele malen is geschreven. Wil je The Vonk eens proberen,
laat het Maarten weten.

Stoel

Een te lage stoel is een ramp. Een klapstoel met een zitting die naar achteren
helt, is een ramp. Een fagottist moet a; helemaal niet op een plastic
kuipstoeltje gaan zitten. De ComfortSit ® is een speciaal voor musici
ontwikkelde stoel die meegaat met je bewegingen. Bij passief zitten
kantelt de zitting iets naar achteren, waarbij de rug wordt opgevangen
door de rugsteun die eveneens in rubber gevat is. Deze is geconstrueerd in
een bolle vorm, zodat de natuurlijke holte van de rug, de zogenaamde “lordose”,
als vanzelf gesteund wordt. Bij actief spelen kantelt de zitting iets naar
voren waardoor de wervelkolom recht boven de zitbotten komt. De
zwaartekracht, die er anders voor zorgt dat het bekken naar achteren
kantelt, zorgt er nu voor dat de krachten in elkaars verlengde liggen. Het
kost dus geen extra kracht recht te blijven zitten. Dus: met minder
energie kun je beter zitten en het langer volhouden.

Zitkussen

De ActiveSit (R) is een preventief en therapeutisch zitkussen voor mensen die
veel “actief” moeten zitten in verband met hun werk-zaamheden.

De beste actieve zit is die waarbij het bekken dezelfde stand inneemt als bij
het staan (staan is 50% minder belastend voor de rug dan zitten). Bij de
hellingshoek voorover kan het bekken onmogelijk meer naar achteren en
wordt een actieve, nagenoeg “staande” zit afgedwongen. Bij actief zitten
gebruikt je je rugleuning niet!

De ActiveSit (R) is 35 x 35 cm groot en is uitgevoerd met een rits zodat je de
hoes kunt wassen.

Meer weten? Volg een cursus of workshop Spelen zonder Spanning. Informeer hierover bij
Maarten Vonk of maak een afspraak voor een bezoek aan zijn atelier.

“To clamp or not to clamp?” Als dat de vraag is, dan is Andrea Ridilla ervan
overtuigd dat Windology het antwoord kan geven. Zij is docent hobo aan de
Universiteit van Miami in Oxfort, Ohio (USA) en ontwerpt samen met Udo Heng de
Ridilla-Heng Hobo Rietvormsnijder.

Lees het volledige artikel,
waarvan in De Fagot #3 slechts voor een gedeelte plaats was.

In The Double Reed, jrg 2004 nr. 27-3 van International Double
Reed Society (IDRS) staat een oefening voor hele hoge noten. De
oefening is geschreven door Bernie Garfield voor zijn studenten.

Garfield suggereert de oefening op verschillende manieren te spelen:

  1. met de zelf gekozen, favoriete grepen
  2. en 3. met andere triller-grepen

De titel van de oefening verwijst naar de gevoelens die je
ondergaat bij het studeren van hoge noten.

Bekijk hier de oefening en druk hem eventueel af.

Voor conservatoriumstudenten zijn orkeststudies gewone kost. In deze
boeken zijn belangrijke orkestpartijen voor fagot verzameld. Ook
voor de fagotamateur die (regelmatig) in een symfonieorkest speelt,
kunnen de studies goed oefenmateriaal leveren. Er zijn verschillende
uitgaven. De IDRS (International Double Reed Society) heeft in The
Double Reed, jaargang 28 nummer 1 van mei 2005, een lijst
gepubliceerd.

Download het overzicht als PDF-bestand.

Aanvullingen op het overzicht zijn van harte welkom! Stuur je e-mail.

Voor de workshop Fascinating Rhythm op 24 mei 2008 in
Wageningen geeft workshopleider Hans Vos vooraf de volgende
aanwijzingen. Deze aanwijzingen zijn in het algemeen toepasbaar op
het spelen van licht muziek op welke instrument dan ook.

De geluidsfragmenten kunnen alleen door leden van
FagotClub Nederland beluisterd worden na inloggen.

WORKSHOP FASCINATING RHYTHM

Deze workshop van 24 mei 2008 is bedoeld als
een kennismaking met lichte muziek. Vooral de Swing-stijl zal aan
bod komen, omdat de notenwaarde hierbij anders gespeeld wordt dan we
gewend zijn.

Daarnaast is de articulatie in lichte muziek anders:
minder tongaanzet met de “t” en meer met de “d”.
Om dat andere gevoel te krijgen staan hieronder voorbeelden om thuis
te oefenen:


met aanzet: alsof je “Doe-Dat” zegt
>>
 1
(klik op >> voor het geluidsfragment)


gebonden: alsof je “Doe-wap” zegt
>>
 2


breed met nadruk: alsof je “Dóe” zegt

>>
 3


breed zonder nadruk: alsof je “doe” zegt

>>
 4


kort, gescheiden, met nadruk: alsof je “Dáp” zegt
>>
 5


kort en zonder nadruk: alsof je “dap” zegt

>>
 6

In swingmuziek hangt de interpretatie van de achtste noten af van
het tempo. De noten worden wel altijd geschreven als gelijkwaardige
achtsten.
In gematigde tempi wordt

gespeeld als

.

Soms ontstaat de (verkeerde) neiging de verhouding langzaam naar een
gepunteerde achtste met zestiende noot te veranderen. Daarmee is
het typische swinggevoel verdwenen.
Luister naar de volgende voorbeelden:



>>
 7


>>
 8

Door een combinatie van de juiste articulatie en het spelen van de
noten als triolen ontstaat de echte Swing.
Met enige oefening is het verschil in de onderstaande voorbeelden te
horen:

De eerste keer wordt het gespeeld met bovenstaande articulatie en
timing.
>>
 9

De tweede keer heeft het iets hakkerigs door het niet gebruiken van
triolen en de verbindingen tussen de noten.

>>
 10

Menig fagottist(e) ziet tegen het lezen van de tenorsleutel op als een berg. Uw webbeheerder meldt deze mensen dan,
dat het uitzicht vanaf deze “berg” de moeite waard van het beklimmen
is. We hebben immers ook de bassleutel en mogelijk ook de vioolsleutel leren lezen?

In de fagotpartijen van symfonieorkesten gebruiken componisten en uitgevers regelmatig de tenorsleutel, heel gewoon. Steeds vaker kom je het ook tegen in de partijen voor harmonieorkesten.

Advies van het Fagotnetwerk: Begin er gewoon aan!

Hulp is er in de vorm van deze uitgave:

  Tenor Toons for ‘oons

   van Colin Cowles, uitgegeven door Studiomusic, Londen.
   Verkrijgbaar bij Broekmans & VanPoppel, Amsterdam prijs: € 19,15       /exclusief verzendkosten (prijspeil  2015)

Het is lastig vast te stellen welke vraag vaker wordt gesteld: de zich verloren voelende fagottist: “Wat doe ik hier eigenlijk?” of de zoekende dirigent: “Wat kan ik met ze doen?”

Sinds 25 – 30 jaar is het gebruikelijk in een harmonieorkest liefst twee fagotplaatsen bezet te hebben. Maar vervullen de fagotten ook steeds een nuttige, muzikale functie in het harmonieorkest dan alleen een visuele?

Op verzoek van veel leden die in een harmonieorkest spelen heeft FagotClub Nederland in samenwerking met professionele fagottisten en dirigenten een artikel geschreven over het gebruik van de fagot in een harmonieorkest of symfonisch blaasorkest. Ook dirigenten van andere (school)ensembles kunnen met het artikel hun kennis van de fagot vergroten en daarmee de inzet van de fagot en de motivatie van de fagottist verbeteren.

Het artikel is hier op te halen.

Het artikel is in september 2006 verschenen in “De Dirigent”, het orgaan van de Bond van Orkestdirigenten. Het is ook verschenen in het maart-aprilnummer 2007 van “Klankbord” van de Vlamo, later heeft de KNFM het geplaatst in Music & Show

Niveaus

Voor het samenstellen van speelgroepen en het selecteren van muziek is het belangrijk het niveau van de deelnemers te kennen. Hieronder staat een indeling waarop iedereen op basis van de eigen vaardigheden het eigen speelniveau kan bepalen. De indeling is gebaseerd op het Raamleerplan van de Stichting NIB (1996). Het NIB is opgegaan in Kunstfactor in Utrecht.

Het bestuur van Fagotnetwerk wijst er nadrukkelijk op dat aan de publicatie van
de hierboven omschreven niveaus geen rechten kunnen worden ontleend.
Voor het volledige Raamleerplan verwijst het bestuur de lezer naar
Kunstfactor Muziek
Plompetorengracht 3
3512 CA  UTRECHT
T: +31 (0)30 233 56 00
F: +31 (0)30 233 56 81
I: www.kunstfactor.nl

Je speelt op een fagottino.
Je bent nog niet op het niveau van amateur A.

Je hebt het muziekdiploma A of:

Je kunt muziek lezen en spelen tot en met 3 kruizen en mollen in de majeurtoonladders. Hierin komen noten en rusten voor met waarden van heel tot en met zestiende, met verlengingsstip en -boog. Herstellingstekens, vaste en toevallige voortekens zijn geen probleem.

Je kunt muziek lezen en spelen met de maatsoorten 2/4, 3/4, 4/4, 3/8 en 6/8.

Je kunt de volgende aanwijzingen uitvoeren:

  • legato, staccato, portato, marcato
  • stabiele dynamiek van pp tot en met ff, overgangsdynamieken als crescendo en decrescendo
  • verschillende temponamen, versnellingen en vertragingen
  • herhalings- en verwijzingstekens

Je hebt het muziekdiploma B of:

Je kunt muziek lezen en spelen tot en met 3 kruizen en mollen in de majeur- en mineurtoonladders binnen de omvang van de fagot.

Je hebt geen probleem met het lezen en gebruiken van dubbelkruizen, -mollen en herstellingen, met chromatische toonladders en enharmonischgelijke tonen.

Je kunt muziek lezen en spelen met de maatsoorten 2/2, 6/4, 9/8, 12/8, 5/4, 7/4, 5/8 en 7/8.

Je begrijpt en speelt gepunteerde figuren, syncopen en duolen en triolen op één tel.

Je kunt de volgende aanwijzingen uitvoeren:

  • staccatissimo, tenuto, non legato, leggiero, flatterzunge
  • sf of sfz, rfz of rinf, > of ^, fp of sfp
  • più, assai, molto, meno, poco, non troppo, pochettino
  • agitato, animato, con moto, dolce, espressivo, feroce,
    grazioso, maestoso, mosso, sostenuto
  • herhalingstekens en afkortingen

Je hebt het muziekdiploma C of:

Je kunt muziek lezen en spelen tot en met 4 kruizen en mollen in de majeur- en mineurtoonladders en de zigeuner-mineurtoonladders tot en met 1 kruis en mol. Het gebruik van de tenorsleutel is geen probleem. Je speelt alle diatonische en chromatische intervallen binnen
het octaaf.

Je kunt muziek lezen en spelen met de maatsoorten 3/2, 4/2, 2/8, 4/8, 8/8 en 9/8, in regelmatige en onregelmatige indelingen. Je begrijpt en speelt kwartolen, sextolen, dubbele triolen,  kwarten triolen, achtsten duolen, kwarten duolen.

Je kunt de volgende aanwijzingen uitvoeren:

  • martello, pizzicato
  • ppp, fff, poco a poco, sempre più, sempre meno
  • allargando, comodo, energico, grandioso, passionato, pastorale, scherzando, ad libitum, a piacere, l’istesso tempo
  • versieringen

Je hebt ervaring met het spelen in een klein ensemble of orkest.

Je hebt het muziekdiploma D of je kunt noten in de G-sleutel benoemen.

Je kunt muziek lezen en spelen tot en met 7 kruizen en mollen in de majeur- en mineur-toonladders en de zigeunermineurtoonladders tot en met 3 kruizen en mollen.

Je speelt alle diatonische en chromatische intervallen en hun omkeringen tot en met de duodeciem.

Je kunt muziek lezen en spelen in alle gebruikelijke, regelmatige en onregelmatige maatsoorten.
Je kunt alle gebruikelijk tempo- en karakteraanduidingen,
termen en tekens uitvoeren. Je hebt ervaring met het spelen in kleine ensembles en orkesten.

Je studeert aan een conservatorium om af te studeren in het hoofdvak fagot.

Je bent afgestudeerd aan een conservatorium in het hoofdvak fagot.

Je bent (of was) actief als professioneel fagottist en/of fagotdocent.

Handboek

Een mooie bundel

Praktisch handboek voor fagot

Bundel klein Ter gelegenheid van het 25-jarige jubileum FagotAtelier Maarten Vonk heeft Maarten Vonk zijn kennis van en ervaring met de fagot op papier gezet. Het boek leidt de lezer door de geschiedenis en ontwikkeling van het instrument. Maarten geeft achtergronden bij de techniek en schroomt niet aanwijzingen te geven om technische en muzikale problemen zelf op te lossen. Duidelijk wordt ook, dat het niet altijd aan het instrument ligt, de fagottist is een belangrijke factor bij de productie van een fraaie klank en goede techniek.

Colofon

Titel: Een mooie bundel. Praktisch handboek voor fagot Tekst: Maarten Vonk Grafische vormgeving: Harald Slaterus, Arnhem Redactie: Verony van Bemmel Lithografie en drukwerk: Flevodruk, Harderwijk Papier: Offset W120 grs Foto omslag: Marcel Molle ISBN-10: 90-808655-6-7 ISBN-13: 978-90-808655-6-3 NUR 667 Verkoop: www.fagot.nl September 2006 Oplage 1500 exemplaren

A bundle of joyBundle of joy

The book (2007) by Maarten Vonk is a practical handbook for the bassoon. It provides the reader with information about the bassoon in its history and technical development, the technics to play this instrument better. The breathing, the embouchure, the reed, the double bassoon, recording the bassoon, all aspects of the bassoon are in this book. Sold out/ reprint expected bassoon.com